Evenredigheidstoets / Tjebbes wetsvoorstel 35859-(R2157)
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, Ankie Broekers-Knol, heeft de Tweede Kamer recentelijk twee nota’s aangeboden waaruit wederom blijkt dat Mw Ankie Broekers-Knol het advies van de Raad van State en de vaste Commissie voor Justitie en Veiligheid liever wil negeren.
De geluiden van de Raad van State en de Commissie waren duidelijk en komen sterk overeen met de vragen en voorstellen van Nederlanders in den Vreemde en belangenorganisaties zoals de Stichting GOED. Evenredigheid zou niet enkel van toepassing moeten zijn op mensen die binnen erg beperkte criteria ten tijde van verlies van de nationaliteit gebruik (willen) maken van hun Europese rechten op Vrij Verkeer, maar evenredigheid en een evenredigheidstoets zou ook beschikbaar moeten zijn voor alle Nederlanders. Daarnaast, is verlies voorkomen niet beter dan repareren?
Ik merk op dat het principe van een enkele nationaliteit en verliesmogelijkheden al sinds 1892 in de wetgeving bestaat. Echter is de wereld en Nederland nogal veranderd en zijn er over de decennia tientallen kleine wetswijzigingen geweest, en twee grote in 1985 en 2003. Met de wijzigingen zijn, net zoals bij dit voorstel, veel voorwaardelijke uitzonderingen ingebouwd. Al die uitzonderingen, en uitzonderingen op uitzonderingen en voorwaarden aan alles, hebben een wetgeving gecreëerd die complex te noemen is. Zodanig zo dat een hoogleraar de nationaliteitswetgeving een gedrocht noemt. Met dit voorstel en nu weer een voorwaardelijke uitzondering erbij, om retrospectief de nationaliteit terug te krijgen, komt er meer complexiteit in het geheel.
We horen nu al vaak hoe het publiek en ambtenaren veel fouten maken. Zo krijgt het publiek vaak verkeerde informatie van ambtenaren over de wetgeving, met dus desastreuze gevolgen. En nog steeds zijn er veel misvattingen bij het publiek. De complexiteit ligt daaraan ten grondslag. Maar ook de beperkte informatievoorziening vanuit de overheid. Men mag na kritiek van de Nationale Ombudsman in 2016 wel wat meer zijn gaan doen, maar het kan nog steeds stukken beter. De staatssecretaris vind echter dat de overheid voldoende doet en verwijst naar de eigen verantwoording van betrokkenen.
Ook kan men nu al rechtsgelijkheid in twijfel nemen. Waarom mag iemand die getrouwd is wel een andere nationaliteit aannemen en een ongetrouwde partner niet? Hoe zit dat bij same-sex-partners die in veel landen legaal (nog) niet mogen trouwen? En nu met dit wetsvoorstel, waarom zouden we de Nederlandse nationaliteit wel automatisch afnemen van iemand die in Nederland woont of buiten de EU woont, maar niet van iemand die gebruik wil maken, of maakt, van het EU recht op Vrij Verkeer?
Gezien de verwarring in de samenleving mbt de wetgeving en uitzonderingen waarom staan we automatisch en direct verlies nog steeds toe? Dit is juist het onredelijke, het onevenredige. Nou heeft Nederland in EU verband afgesproken evenredig te zullen zijn. Het EU hof bepaalde dan ook dat automatisch en direct verlies niet evenredig was. Omdat het in de uitspraak om de situaties ging van bepaalde personen waarvoor het al te laat was bepaalde het hof dat men alsnog op deze personen een evenredigheidstoets moest toepassen en de nationaliteit retrospectief moest teruggeven. Dit betekent niet dat het EU hof vond dat in het algemeen men pas na verlies moet gaan overwegen of het verlies evenredig was. De interpretatie van de uitspraak om dit in het huidig wetsvoorstel zo gelimiteerd mogelijk over te nemen geeft dan ook de tegenzin van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, Ankie Broekers-Knol, aan.
En dit wordt dan ook in de nota’s naar de Tweede Kamer keer op keer herhaald. Het wetsvoorstel is “louter bedoeld om de RWN op zo kort mogelijke termijn in overeenstemming te brengen met het Unierecht. Verdergaande wijzigingen gaan deze reikwijdte te buiten.” Min of meer, we gaan niet meer doen dan dat de uitspraak ons dwingt om te doen. Evenredigheid voor alle andere Nederlanders overwegen we niet, en ook niet voordat verlies van nationaliteit plaatsvind.
Een wetswijziging zoals dit kan normaal soms maanden of jaren duren. Als de Staatsecretaris schrijft dat men dit “op zo kort mogelijke termijn” wil regelen is er haast bij omdat we nu een demissionair kabinet hebben? De wet er doorheen drukken omdat de vragen voor een echte modernisering of echte evenredigheid misschien te moeilijk zijn voor de huidige regering?
Toen de Raad van State en de Commissie aantoonden dat het wel degelijk redelijk is om alle (voormalig) Nederlanders evenredig te benaderen waren we hoopvol dat ook de Staatsecretaris misschien zou inzien dat er wel degelijk mogelijkheden zijn om de wetgeving redelijker en menselijker te maken. Helaas, het wetsvoorstel is ondanks het advies en de vragen onveranderd en ligt nu bij de Tweede Kamer.
We hopen dan ook dat de Tweede Kamer verder kijkt dan enkel de letterlijke interpretatie van de uitspraak. En dat de Tweede Kamer de nationaliteitswetgeving minimaal evenrediger maakt voor alle Nederlanders. En wij hopen dat daarbij de erg beperkte mogelijkheden om de nationaliteit terug te krijgen (na vaak onverwacht verlies) makkelijker zal worden gemaakt. En als men het toestaan van een andere nationaliteit misschien toch ook nog wil heroverwegen, perfect. In plaats van te blijven sleutelen aan een oude auto vol met historische aanpassingen die we niet begrijpen is het misschien tijd om deze in te ruilen voor een nieuwe moderne en zuinigere auto. Het zou de overheid zeker veel aan onderhoudskosten besparen om over te stappen.